De beste basketballers hebben niet alleen geweldige schot en een goede dribbel, maar hebben ook goede uithoudingsvermogen om een hele wedstrijd te spelen. In deze blog hebben we 5 oefeningen.
5 conditie oefeningen voor basketbalspelers
Basketbal is een sport waarbij je een goede conditie bij nodig hebt. De beste basketballers hebben niet alleen geweldige schot en een goede dribbel, maar hebben ook goede uithoudingsvermogen om een hele wedstrijd te spelen. Als jij naar jouw mening te snel moe wordt in de wedstrijd, dan is het tijd om iets aan je conditie te doen. In deze blog hebben we 5 verschillende oefeningen die jij kan doen om aan je conditie te werken.
Basisoefening
Ren een minuut lang van zijlijn naar zijlijn en houd bij hoe vaak je de baan oversteekt, neem dan een minuut rust. Als je bijvoorbeeld 12 keer de zijlijn hebt overgestoken kan je als doel stellen de volgende keer 13 te halen, zo heb je steeds motivatie om je record te verbreken.
Halve baan Sprint
Start bij de achterlijn, sprint naar de halve baanlijn en keer terug naar de achterlijn. Herhaal 5 keer. Lukt dit niet de eerste keer? Probeer 3 keer en probeer de volgende 4 keer tot dat je 5 keer heen weer kan sprinten.
Lay-up met volledige baan
Begin bij de achterlijn, dribbel naar de tegenoverliggende basket en doe een rechtshandige lay-up. vervolgens dribbel naar de tegenoverliggende basket en doe dan een linkshandige lay-up. Herhaal dit de gedurende twee minuten. Lukt dit niet de eerste keer? Probeer dan een minuut en probeer het langzaam op te bouwen.
Touwtje springen
Touw springen is een geweldige basketbaloefening omdat het zowel op je longen als op je benen werkt. Je kunt veel verschillende springtouwoefeningen vinden, zoals sprongen met één voet, hinkelen, springen van links naar rechts en meer. Je kunt een bepaalde tijd touwtjespringen of totdat je een bepaald aantal sprongen krijgt.
Trainen met teamgenoot
Als je een teamgenoot hebt die ook een goede conditie wilt hebben, dan is dit een leuke oefening die je samen kan doen. Jij en je partner kunnen afwisselend sprinten over de lengte van de baan en terug. Terwijl jij aan het rennen bent, kan je partner rusten. Als je klaar bent, kan je partner beginnen, zodat je elkaar pusht om zo snel mogelijk te gaan.